Positieve jaarrekening wapent stad tegen toekomstige uitdagingen

Stad Kortrijk sluit 2021 af met een positief resultaat. Ondanks de pandemie werden de evenwichtsvoorwaarden zonder problemen behaald. Dankzij een vooruitziend beleid werden heel wat risico's al ingecalculeerd. Een welgekomen buffer om de uitdagingen op vlak van inflatie en energie aan te pakken. 

Op de gemeenteraad van maandag 9 mei werd de jaarrekening van 2021 goedgekeurd. Na 2020 was ook 2021 nog grotendeels geïmpacteerd door corona, maar dankzij gezond financieel beleid was hierop al bij eerdere budgetwijziging rekening mee gehouden. De evenwichtsvoorwaarden worden nog steeds ruim gehaald. Het jaar werd afgesloten met een positieve autofinancieringsmarge van 3,7 miljoen, wat betekent dat de stad alle leningen probleemloos kan afbetalen. Ook het budgettair beschikbaar resultaat is nog steeds ruim positief (20,4 miljoen) en de solvabiliteit stijgt verder tot 58%. 

Jaarlijks wordt het meerjarenplan bijgestuurd in functie van actuele informatie. Zo werd bij de vorige aanpassing al rekening gehouden met de stijgende energiekost in 2021 en 2022 en werd een 'conjunctuurfonds' voorzien om een marge in te bouwen die de stijgende prijzen van grondstoffen en bouwmaterialen moet kunnen counteren bij de lopende investeringsprojecten.

Het investeringsritme is gestegen ten opzichte van de voorbije jaren. Tijdens de pandemie hadden heel wat projecten vertraging opgelopen en die zijn nu aan een inhaalbeweging bezig. Doordat er voldoende reserves waren aangelegd moesten in 2021 ook geen nieuwe leningen worden afgesloten. De schuld daalt zo tot het laagste niveau sinds lang. 

De grootste investeringen in 2021 gebeurden in de nieuwe zorgcampus Sint-Jozef (3,7 miljoen), het verkeersveiligheidsfonds (2,6 miljoen) en de buitenkleedkamers voor SC Lange Munte (2,5 miljoen). Aan inkomstenzijde werden al 9,2 miljoen subsidies ontvangen voor voor het uitvoeren van het masterplan Schouwburg en het bouwen van een nieuw museum op site Groeningeabdij.

Deze meerjarenplanning (2020-2025) heeft nog geen normaal jaar gekend. In 2020 was het alle hens aan dek door het coronavirus en ook in 2021 waren er nog steeds periodes van (gedeeltelijke) lockdowns. Desondanks was in 2021 wel al een heropleving na corona merkbaar. Dat had onder meer een positieve impact op de ontvangsten uit de dagelijkse werking. Zo lagen de inkomsten op garageparkeren bijvoorbeeld 800.000 euro hoger dan in 2020. Anderzijds waren er ook al dalende inkomsten op vlak van de aanvullende personenbelasting, gezien heel wat mensen in tijdelijke werkloosheid terechtkwamen in 2020 en zo een kleiner belastbaar inkomen hadden.

Wie gehoopt had op een normaal jaar na twee coronajaren komt bedrogen uit. De markten zijn nog steeds herstellende van het verstoorde evenwicht tussen vraag en aanbod en de inval van Rusland in Oekraïne heeft een enorme impact op de energieprijzen. De toenemende inflatie zorgt er dan ook weer voor dat de lonen in sneltempo stijgen: in 2021 werd de spilindex 1 keer overschreden, in 2022 ziet het er naar uit dat deze 4 keer overschreden zal worden.