Spark Power Belgium diende op 23 mei 2025 bij de Vlaamse overheid een aanvraag in voor het bouwen en exploiteren van een windturbine in Bellegem, in de buurt van de Einde Munkendoornstraat. De geplande turbine zou met een hoogte van 230 meter de hoogste in Kortrijk worden. In het kader van die aanvraag werd aan Stad Kortrijk gevraagd om een advies te geven. Na grondige analyse geeft de stad een ongunstig advies.
De aanvraag betreft de bouw van een windturbine met een maximaal theoretisch vermogen van 7,2 megawatt - goed om één jaar lang 4.600 gezinnen van stroom te voorzien, een tiphoogte van 230,5 meter en een rotordiameter van 162 meter. De molen zou ingeplant worden op een landbouwperceel ten zuiden van Bellegem, op ongeveer 280 meter van de dichtstbijzijnde woningen en op 423 meter van de E403.
Naast de windturbine zelf omvat het project ook de aanleg van een permanente toegangsweg, fundering, transformatorstations en tijdelijke werkinfrastructuur. Tijdens het openbaar onderzoek dat liep van 26 juni tot 25 juli 2025 kregen buurtbewoners en belanghebbenden de kans om hun bezorgdheden te uiten. In totaal werden 123 bezwaarschriften ingediend, aangevuld met een petitie die 421 handtekeningen verzamelde.
De bezwaren handelen onder meer over de visuele en landschappelijke impact, slagschaduw en geluidsoverlast, de nabijheid van woningen, het verlies aan open ruimte, en het ontbreken van voldoende bundeling met bestaande infrastructuren.
Hoewel procedureel niet aan elkaar gelinkt, refereert de aanvraag naar de andere vier geplande windmolens langs de E403, waarvoor nog beroepsprocedures lopen. Die vier turbines, die eveneens gepland zijn langs de E403, maken deel uit van een dossier van Electrabel/Yard Energy Development dat al sinds 2016 loopt. Voor een van die turbines, de meest noordelijke, tekende Stad Kortrijk in februari 2025 opnieuw beroep aan bij de Raad van State wegens de te grote nabijheid van woongebied.
De stad toetste de aanvraag aan de geldende regelgeving en het eigen ruimtelijk beleid. Daarbij geldt dat nieuwe windmolens zoveel mogelijk gebundeld moeten worden met bestaande infrastructuur, zoals snelwegen, bedrijventerreinen of andere turbines. Deze aanvraag betreft echter een solitaire windturbine, ingepland in een open landbouwgebied. Hoewel de turbines zich in hetzelfde gebied bevinden als de andere vier, zijn ze niet als één en ondeelbaar te beschouwen.
Na grondige analyse kwam het College van Burgemeester en Schepenen deze week tot de conclusie dat het project niet getuigt van een goede ruimtelijke ordening. De schaal van de windturbine staat niet in verhouding tot het open landschap en de aanwezige bebouwing. De hinder, onder meer op vlak van geluid en slagschaduw, is aanzienlijk en onvoldoende ingeperkt.
Door de nabijheid van tal van woningen zal de windturbine (als milderende maatregel) vaak stilgelegd moeten worden, daarnaast zullen ook de cumulatieve effecten (o.a. zogeffect) van de andere niet gerealiseerde windmolens een niet te onderschatten impact hebben op de reële energieproductie.
Als stadsbestuur willen we mensen beschermen die straks elke dag met de gevolgen van zo’n windturbine zouden leven. Zelfs als iets op papier kan, betekent dat niet dat het daarom ruimtelijk verantwoord is. Wij kiezen ervoor om de belangen van de buurt en haar bewoners ernstig te nemen.Hannelore Vanhoenacker, schepen van Ruimtelijke Ordening
Stad Kortrijk ondersteunt de transitie naar hernieuwbare energie, maar hanteert daarbij het principe dat dergelijke projecten ook ruimtelijk aanvaardbaar moeten zijn en afgestemd op hun omgeving. Bij elk windproject wordt ook gekeken naar de impact op leefkwaliteit, landschap en draagvlak in de buurt.
Om die reden geeft de stad een ongunstig advies voor de geplande windmolen in Bellegem. Dit advies wordt nu overgemaakt aan de Vlaamse overheid die de uiteindelijke beslissing zal nemen.
Bevoegd
-
- Hannelore Vanhoenacker
- schepen van Ruimtelijke ordening, Landbouw, Onderwijs en Samenleven
- hannelore.vanhoenacker@kortrijk.be
- 0476984968